Droom jij van een tuin vol prachtige, fladderende vlinders? Dan is de vlinderstruik (ook bekend als Buddleja Davidii) een hele goede keuze voor in jouw tuin. Ook voor de vlinderstruik geldt: wil je de plant mooi houden, dan moet je 'm onderhouden. Gelukkig is dat niet moeilijk. Ik vertel je graag wanneer en hoe je de vlinderstruik snoeit.
Deze plant doet wat 'ie zegt: vlinders aantrekken. Deze fladderende beestjes komen erop af alsof het nectar happy hour is. De vlinderstruik bloeit met lange, geurige trossen in verschillende kleuren: paars, roze, wit, you name it. En het fijne is dat deze plant heel makkelijk te onderhouden is.
Het beste moment om de vlinderstruik in je tuin te planten is het voorjaar of najaar. Let op dat je de vlinderstruik niet tijdens vorst plant, want daar wordt 'ie niet gelukkig van. Zorg er daarnaast voor dat je de vlinderstruik in kalkrijke grond zet en vooral niet in zure grond. In dat laatste geval kan de plant namelijk slecht voedingsstoffen opnemen.
Vlinderstruiken houden van de zon. Hoe meer, hoe beter. Zet ze dus in op een plek in je tuin waar de volle zon op schijnt. De vlinderstruik is niet kieskeurig over de bodem, zolang het maar goed wat er afvoert. Dit geldt voor vrijwel iedere plant, want een zompige bodem is dé broedplaats voor schimmels en ziekten. Qua voeding hoef je alleen in het voorjaar wat bij te voegen in de grond. Dat is genoeg.
Allereerst is het juiste moment van snoeien belangrijk. De beste tijd om de vlinderstruik te snoeien is in het vroege voorjaar, rond maart of april. Zorg er in ieder geval voor dat je voor de nieuwe groei snoeit. Waarom? Omdat je plant dan uit zijn winterslaap komt en klaar is om vol energie terug te groeien.
Tijd om aan de slag te gaan. Pak er een snoeischaar bij en snoei de vlinderstruik terug tot ongeveer 30 tot 60 centrimeter boven de grond. Dat klinkt drastisch, maar geloof je, je vlinderstruik is je dankbaar. Het zorgt niet alleen voor nieuwe groei, maar ook voor meer bloemen (en dus meer vlinders).
