Jij hebt ze vast ook in je tuin staan: siergrassen. Dit is een natuurlijke en mooie manier om structuur, beweging en kleur aan je tuin toe te voegen. Ze komen in heel veel soorten en maten, van lage bodembedekkers tot indrukwekkend hoge grassen die de wind vangen. Wil je dat je grassen ieder jaar weer op hun best zijn, dan is het belangrijk om ze op de juiste manier te snoeien en verzorgen. Hoe je dat aanpakt, dat lees je hier.
Door je siergras te snoeien maak je ruimte voor nieuwe groei. Als er te veel dode en oude takken in de weg zitten, kan je siergras niet lekker groeien in het nieuwe jaar. Heb je je siergras goed gesnoeid, dan zul je zien dat het er jong, fris en gezond uit gaat zien.
Hoeveel en of je siergras moet snoeien, is afhankelijk van het soort siergras. In de basis hoef je groen-blijvende siergrassen niet te snoeien. We hebben het in dit geval dus alleen over siergrassen waarvan het blad in de winter bruin wordt. Dit zijn een aantal veel voorkomende siergrassen die je kunt snoeien:
Heb je wel groen-blijvend siergras in je tuin staan, maar zie je na de winter beschadigingen? Dan kun je altijd even een snoeischaartje erbij pakken en de dode of beschadigde sprieten wegknippen.
Eind februari of begin maart is het beste moment om de snoeischaar erbij te pakken. Zorg dat je niet te lang wacht, anders loop je de kans dat je verse sprieten meesnoeit. Dat is toch zonde. Het is belangrijk dat je siergrassen niet snoeit voor de winter, want de oudere takken beschermen de plant tegen het koude winterweer.
Pak er allereerst een scherpe snoeischaar bij en trek een paar handschoenen aan. De stengels van siergrassen kunnen scherp zijn. Knip de siergrassen vervolgens tot 5 à 25 centimeter boven de grond af. De precieze hoogte is afhankelijk van de grootte van de plant.
