Snoeien stimuleert niet alleen de groei van nieuwe bloemen, maar helpt ook om een volle, compacte vorm te behouden en ziektes te beperken. Door dode en zwakke takken te verwijderen, moedig je de hibiscus dus eigenlijk aan om meer energie te steken in het produceren van grote, levendige bloemen.
Je snoeit de hibiscus het beste in de late winter of het vroege voorjaar, net voordat de nieuwe groei begint. Dit geeft de plant voldoende tijd om te herstellen van de snoei, en om nieuwe takken te ontwikkelen die in het nieuwe seizoen zullen bloeien.
Heb je een tropische hibiscus? Dan bloeit deze het hele jaar door. In dat geval is de beste aanpak om net na een bloeiperiode te snoeien. Zo verzwak je de plant niet.
Allereerst is het belangrijk om even goed naar je plant te kijken. Waar zie je dode, beschadigde of zieke takken? Deze verwijder je als eerste. Vervolgens knip je dunne en zwakke takken weg die waarschijnlijk geen bloemen zullen produceren. Zo kan je plant zich concentreren op de groei van takken waar wél bloemen uitkomen.
Vervolgens is het tijd om de plant te vormen. Beslis over de vorm en grootte van je hibiscus en knip de plant terug. Zorg er wel voor dat je niet meer dan een derde van de plant snoeit, om stress te voorkomen.
Tijd voor het leukste deel: groei stimuleren. Maak schuine sneden net boven een knop of bladknoop die naar buiten wijst. Zo bevorder je de groei die kant op en krijg je een mooie, open en luchtige vorm.